water

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vloeistof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
- erfwoord via Middelnederlands water van Oudnederlands watar dat teruggaat op de Germaanse r/n-stam *wator van de Proto-Indo-Europees-stam *wódr- [2][3]
|
|
|
|
|
|
1 en 2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | water | - |
verkleinwoord | - | - |
3 tot 7 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | water | waters wateren |
verkleinwoord | watertje | watertjes |
Zelfstandig naamwoord
water o
- (scheikunde) een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
- Een mens kan geen dag overleven zonder water.
- ▸ Er zou die dag namelijk pas na 32 kilometer water te vinden zijn, waardoor ik zeven liter water boven op mijn basisuitrusting mee moest sjouwen.[4]
- (meteorologie) regenwater; veel voorkomende neerslag
- Er viel zodanig veel water op korte tijd dat de riolen het niet meer aankonden.
- (enkel in het meervoud) stuk zee dat aan (g)een bepaald land toebehoort
- We bevinden ons nu in internationale wateren.
- (aardrijkskunde) natuurlijke bedding waarin zich water bevindt
- vloeistof in het lichaam
- doorzichtigheid of helderheid van een diamant
- golvende weerschijn van geweven stoffen
- (effectenhandel) obligatie zonder onderpand; leeg aandeel
Synoniemen
- [1] (informeel) eendenbier, gemeentepils
- [2] regen
- [3] territoriale wateren
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Typische woordcombinaties
|
|
|
|
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
water
|
Vertalingen
- Zie vertalingen
boven water komen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wateren |
water
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wateren
- Ik water.
- gebiedende wijs van wateren
- Water!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wateren
- Water je?
Gangbaarheid
- Het woord water staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "water" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "water" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ water op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
water
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen
Afrikaans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | water | waters |
Woordafbreking
- wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
water [A]
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Werkwoord
water [B]
- wateren, plassen, urineren; het via de blaas lozen van lichamelijke afvalstoffen in de vorm van vloeistof
Afgeleide begrippen
Bislama
Zelfstandig naamwoord
water
Drents
Zelfstandig naamwoord
water
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord Ontwikkeld uit het Oudengelse wæter, uit Germaans *wator-, verwant aan Nederlands water, enz.
Naar frequentie | 364 |
---|
enkelvoud | meervoud |
---|---|
water | waters |
Zelfstandig naamwoord
water
- (scheikunde) water
- (aardrijkskunde) natuurlijke bedding waarin zich water bevindt
- mv (aardrijkskunde) (VK) rivier, binnenmeer, plas
- vloeistof in het lichaam
- doorzichtigheid of helderheid van een diamant
- een (transparante) vloeistof
- (anatomie) (VK: mv) (spreektaal) amniotische blaas, omgeven door een beschermende membraan of vlies
- «"As soon as I stood up, my water broke. It happened so fast. As soon as it happened, I was like, oh no, oh God. Please, please don't let me have this baby in a restroom," she told Inside Edition.»[1]"Toen ik juist opstond, braken mijn vliezen. Het gebeurde zo snel. Toen het gebeurde, dacht ik, oh nee, oh God. Alsjeblieft, alsjeblieft laat me niet in een toilet bevallen ," zei ze tegen Inside Edition.
- «"As soon as I stood up, my water broke. It happened so fast. As soon as it happened, I was like, oh no, oh God. Please, please don't let me have this baby in a restroom," she told Inside Edition.»[1]
- (effectenhandel) obligatie zonder onderpand; leeg aandeel
Uitdrukkingen en gezegden
- «Still waters run deep»
- stille wateren hebben diepe gronden
- «the waste of waters»
- troosteloze watervlakte
- «That story doesn't hold water.»
- Dat verhaal houdt geen steek.
- «Still waters run deep»
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to water |
he/she/it | waters |
verleden tijd | watered |
voltooid deelwoord |
watered |
onvoltooid deelwoord |
watering |
gebiedende wijs | water |
Werkwoord
water
- besproeien, besprenkelen.
- «Sally watered the roses.»
- Sally besproeide de rozen.
- «Sally watered the roses.»
- water geven.
- «I need to go water the cattle.»
- Ik moet het vee water gaan geven.
- «I need to go water the cattle.»
- wateren, urineren.
- «He watered against the wall.»
- Hij plaste tegen de muur.
- «He watered against the wall.»
- tranen
- «Chopping onions makes my eyes water»
- Van uien te snijden gaan mijn ogen tranen.
- «Chopping onions makes my eyes water»
Uitdrukkingen en gezegden
in hot water
- (figuurlijk) in verdrukking
- «Bikini brand Farron Swim in hot water over missing orders [2]»
- Bikinimerk Farron Swim in verdrukking over ontbrekende bestellingen
- «Bikini brand Farron Swim in hot water over missing orders [2]»
to be in hot water
- (figuurlijk) in verdrukking zijn
to get in hot water
- (figuurlijk) in verdrukking komen
to get into hot water
- (figuurlijk) in nauwe schoentjes brengen / in verdrukking brengen
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Kate Fowler“Mom Gives Birth in Gas Station Bathroom Alone, Dubbed 'Superwoman'” (19 juli 2121) op newsweek.com
- ↑ The Sydney Morning Herald, 30 december 2017
'Another Shakuhachi': bikini brand Farron Swim in hot water over missing orders
Schrijfster: Melissa Singer (geraadpleegd 2017-12-30)
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
Verwijzingen
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /waːtɐ(r)/ (Etsbergs)
Woordafbreking
- wa·ter
Zelfstandig naamwoord
water o
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | |
nominatief | water | - | waeterke | - | waeter | - | waeterkes | - |
genitief | waters | - | waeterkes | - | waeter | - | waeterkes | - |
locatief | wateres | - | watereske | - | waterese | - | watereskes | - |
datief | watere | - | waeterke | - | waeter | - | waeterkes | - |
accusatief | water | - | waeterke | - | waeter | - | waeterkes | - |
Afgeleide begrippen
Middelengels
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Angelsaksische wæter
Zelfstandig naamwoord
water
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening
Middelnederduits
Woordherkomst en -opbouw
- van Oudsaksisch watar [1]
Zelfstandig naamwoord
water o
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Overerving en ontlening
Verwijzingen
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | water | watre |
genitief | waters | watre |
datief | water, watre | watren |
accusatief | water | watre |
Zelfstandig naamwoord
water o
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Verwijzingen
Nedersaksisch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | water | waters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
water o
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen
Meer informatie
Oost-Fries
Zelfstandig naamwoord
water
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen
Sallands
Zelfstandig naamwoord
water
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen
Twents
Zelfstandig naamwoord
water
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Veluws
Zelfstandig naamwoord
water
- (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen
Wymysoojs
Zelfstandig naamwoord
water o
- (meteorologie) bliksem; lichtgevende stralen die uit de hemel barsten bij onweer ten gevolge van een elektrische ontlading