waterijsvogel
- wa·ter·ijs·vo·gel
- samenstelling van water en ijsvogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterijsvogel | waterijsvogels |
verkleinwoord | waterijsvogeltje | waterijsvogeltjes |
de waterijsvogel m
- op en bij het water levende ijsvogel.
- Het woord 'waterijsvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.