verkleinwoord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkleinwoord (hulp, bestand)
- IPA: / vɛrˈklɛiɱwort / (3 lettergrepen); /vərˈklɛɪ̯nʋɔːrt/
Woordafbreking
- ver·klein·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van verklein ww en woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verkleinwoord | verkleinwoorden |
verkleinwoord | verkleinwoordje | verkleinwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
verkleinwoord o
- (grammatica) een woord met een verkleiningsuitgang waardoor iemand of iets als klein of weinig wordt voorgesteld
- Een Nederlander gebruikt vaak verkleinwoorden in zijn taalgebruik.
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. woord waardoor iets als klein of weinig wordt voorgesteld
|
Gangbaarheid
- Het woord verkleinwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "verkleinwoord" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be