• ver·klein·vorm
enkelvoud meervoud
naamwoord verkleinvorm verkleinvormen
verkleinwoord - -

de verkleinvormm

  1. (grammatica) afleiding van een telbaar zelfstandig naamwoord om een klein exemplaar te beschrijven
     Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal, het wetenschappelijke woordenboek van het Nederlands, bestaat er een betekenisverschil tussen achterkamer en achterkamertje (de verkleinvorm).[1]
  • De verkleinvorm wordt vooral in het gesproken Nederlands veel gebruikt met veel meer betekenisnuances dan alleen de omvang, zie "Verkleinwoorden in het Nederlands". De verkleinvorm komt soms ook voor bij telwoorden: "eentje", of bijwoorden: "zachtjes".
  1.   Weblink bron
    Ewoud Sanders
    “Achterkamertjesklimaattop” (3 december 2015) op nrc.nl