Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·groot·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vergrootwoord vergrootwoorden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het vergrootwoordo

  1. (taalkunde) een woord afgeleid van een ander woord dat er een grotere versie van beduidt
    • De Italiaanse woorden "matrone" en "milione" zijn vergrootwoorden van "madre" en "mille". 
Antoniemen

Meer informatie