taalkunde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- taal·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taal zn en kunde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalkunde | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
taalkunde v
- (wetenschap) wetenschap die taal als onderzoeksobject heeft
- Ibn Sina had over alle denkbare onderwerpen wel iets geschreven. De meeste medische boeken had Rob als student al leren kennen, nu kwam hij ook in aanraking met werken over muziek, dichtkunst, astronomie, metafysica, taalkunde en commentaren op alle geschriften van Aristoteles. [1]
Synoniemen
Hyponiemen
- algemene taalkunde, computationele taalkunde, contrastieve taalkunde, diachrone taalkunde, synchrone taalkunde, toegepaste taalkunde, vergelijkende taalkunde
- historische en vergelijkende taalkunde, mathematische taalkunde
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. wetenschap
Gangbaarheid
- Het woord taalkunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "taalkunde" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Gordon,NoahDe Heelmeester Vertaald door Thomas Mass [2006] ISBN 978-90-245-5496-6 pagina 422
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
taalkunde
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Fries
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
taalkunde
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.