Sardisch
Nederlands
ISO 639-3 |
---|
srd |
bestand |
Uitspraak
Woordafbreking
- Sar·disch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Sardisch | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Sardisch o
- (taal) Romaanse taal die wordt gesproken door 1,3 miljoen mensen op Sardinië
- Spreekt u Sardisch?
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. Romaanse taal die wordt gesproken door 1,3 miljoen mensen op Sardinië
stellend | |
---|---|
onverbogen | Sardisch |
verbogen | Sardische |
Bijvoeglijk naamwoord
Sardisch
- (demoniem) gerelateerd aan of afkomstig uit Sardinië
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Sardinië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Sardiniër, Sard • inwoonster: Sardinische, Sardische • bijvoeglijk: Sardinisch, Sardisch |
Gangbaarheid
- Het woord 'Sardisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Duits
Zelfstandig naamwoord
Sardisch o