WikiWoordenboek:Verbogen vorm

Bijvoeglijk naamwoord bewerken

In modern Nederlands heeft het bijvoeglijk naamwoord in de regel nog één verbogen vorm, met een uitgang -e:

onverbogen   verbogen
mooi         mooie
groot        grote

Als naamwoordelijk deel van het gezegde (predicatief) blijft het bijvoeglijk naamwoord onverbogen:

de schuur is groot.

De verbogen vorm wordt vaak attributief gebruikt, d.w.z. wanneer het bijvoeglijk naamwoord voor een zelfstandig naamwoord gezet wordt:

de grote schuur
een grote schuur
de grote schuren
grote schuren

Een uitzondering treedt op na het onbepaalde lidwoord een voor een onzijdig woord:

het grote huis
een groot huis
de grote huizen
grote huizen

Bij vaste samenstellingen blijft de buiging ook vaak achterwege:

een bijvoeglijk naamwoord - het bijvoeglijk- naamwoord

Wanneer van het bijvoeglijk een zelfstandig naamwoord gemaakt wordt staat het in de verbogen vorm:

dat is een mooie!

Stoffen bewerken

Adjectieven die stoffen aanduiden hebben altijd een uitgang -en, en blijven onverbogen:

wollen sokken
de wollen sokken

Deelwoorden bewerken

Onvoltooide en voltooide deelwoorden kunnen ook bijvoeglijk gebruikt worden. Zij hebben dan vaak ook een verbogen vorm:

Dit pakkende verhaal
Gekookte krootjes

De voltooide deelwoorden van sterke werkwoorden (meestal eindigend in -en) worden echter vaak niet verbogen:

Verlopen paspoorten - (niet: verlopene)

Er zijn uitzonderingen:

Gedane zaken.

Ook bij verzelfstandiging keert de buigings -e terug:

Het geschrevene.

Andere vormen bewerken

In het verleden hebben adjectieven meerdere verbogen vormen gekend in samenhang met het naamvalstelsel. In sommige uitdrukkingen zijn deze vormen bewaard gebleven:

de grootste aller tijden
in groten getale
iets beters

Bezittelijk voornaamwoord bewerken

In het Nederlands kennen de meeste bezittelijke voornaamwoorden alleen dan een verbogen vorm als zij zelfstandig gebruikt worden:

Is dat jouw huis?
nee, het is het zijne

Bij verwijzing naar personen is de uitgang -en:

de koning en de zijnen

Een uitzondering is ons, dat wel als een bijvoeglijk naamwoord verbogen wordt:

dit is mijn huis - dit is ons huis
dit is mijn fiets - dit is onze fiets