WikiWoordenboek:Onverbogen vorm
In modern Nederlands komt het bijvoeglijk naamwoord in twee vormen voor, de verbogen en de onverbogen vorm:
- Deze film is goed - onverbogen
- Dit is een goede film - verbogen.
De verbogen vorm heeft een uitgang -e.
De onverbogen vorm wordt gebruikt indien het bijvoeglijke naamwoord het naamwoordelijk deel van het gezegde vormt, d.w.z. na een koppelwerkwoord zoals zijn, worden of lijken:
Ook na het onbepaalde lidwoord een blijft het bijvoeglijke naamwoord onverbogen als het zelfstandige naamwoord onzijdig is:
- Een mooi boek.
In andere gevallen volgt in de regel de verbogen vorm, op enkele uitzonderingen na zoals:
- Een groot man.