• wor·den
  • Te herleiden tot Proto-Germaans *werþan(an)-, Indo-Europees *werþ-. De oorspronkelijke betekenis was "draaien". [1] In de niet-ruimtelijke betekenis van ‘in de genoemde toestand raken, hulpwerkwoord van de lijdende vorm’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901. [2]
Middelnederlands: werden
Oudnederlands: werthan
Germaans: *werþanan
Indo-Europees: *wert-/*werþ-
  • Verwant in Germaans:
West: Engels: weird, worth (Angelsaksisch: weorþan), Duits: werden, (Oudhoogduits: werdan), Fries: wurde (Oudfries: wertha)
Noord: Zweeds: varda, Deens: vorde, Noors: verta, verte, verda, (Nynorsk: vart, Oudnoords: verða), IJslands/Faeröers: verða
Oost: Gotisch: wairþan
  • Verwant in Romaans:
Italisch Latijn: vertere, Frans: verser, Italiaans: versare, Spaans: versar
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
worden
werd
geworden
klasse 7 volledig

worden

  1. hulpwerkwoord vormt de lijdende vorm
    • "Ik word geslagen" is een lijdende zin. 
     Door een klein raam werden we steeds fel verlicht door de bliksem.[3]
  2. koppelwerkwoord gaan zijn, zich ontwikkelen tot
    • Hij wil piloot worden als hij groot is. 
     Na veel passen en meten werd duidelijk dat we om en om op onze zij moesten gaan liggen.[3]
     Dit zou toch niet mijn laatste nacht op aarde worden? Met zeven andere hikers zou ik de nacht in deze piepkleine ruimte van drie bij drie meter moeten doorbrengen.[3]
     Maar het is jouw leven en als je er blij van wordt moet je het gewoon doen.’ Mijn twaalfjarige dochter was stil en hield zich op de vlakte.[3]
  3. ergatief, (financieel) gaan kosten
    • Dat wordt dan zes euro tien, mevrouw! 
  1. Verleden tijd is soms ook wierd.
    • 'Owienie alleen, de jongste, en
      wierd geen vogel, maar zat spraakloos,
      oud, verrunseld daar, en lustloos,...[4]
       
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]