ISO 639-3
lit
bestand
  • Li·touws
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Litouws - -
verkleinwoord - - -

het Litouwso

  1. geen meervoud (taal) Baltische taal die wordt gesproken in Litouwen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Litouws Litouwser Litouwst
verbogen Litouwse Litouwsere Litouwste
partitief Litouws Litouwsers -

Litouws

  1. (demoniem) betreffende Litouwen of het Litouws
    • Tussen 1940 en 1953 – toen de laatste partizanen hun verzet tegen het Rode Leger moesten opgeven – kwam naar schatting een vijfde van de Litouwse mannelijke bevolking om. [1]