Nederlands

ISO 639-3
por
bestand
Uitspraak
Woordafbreking
  • Por·tu·gees
Woordherkomst en -opbouw
  • Onregelmatig gevormde afleiding van Portugal met het achtervoegsel -ees
[1] enkelvoud meervoud
naamwoord Portugees Portugezen
verkleinwoord Portugeesje Portugeesjes
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord Portugees -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

Portugees

  1. (demoniem) m een inwoner van Portugal of een persoon van Portugese afkomst
  2. (taal) o een Ibero-Romaanse taal die vooral wordt gesproken in Portugal, Brazilië, Kaapverdië, Oost-Timor, Guinee-Bissau, Macau, Sao Tomé en Principe en Angola
Verwante begrippen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Portugees Portugeser Portugeest
verbogen Portugese Portugesere Portugeeste
partitief Portugees Portugesers -

Bijvoeglijk naamwoord

Portugees

  1. (demoniem) verwijzend naar Portugal of naar de Portugese taal
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid


Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /portɨˈχiə̯s/ of /portəˈχiə̯s/

Zelfstandig naamwoord

Portugees

  1. (taal) Portugees

Bijvoeglijk naamwoord

Portugees

  1. (demoniem) Portugees


Fries

enkelvoud meervoud
naamwoord Portugees Portugezen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

Portugees g

  1. Portugees
Verwante begrippen