Nederlands

ISO 639-3
hun
bestand
Uitspraak
Woordafbreking
  • Hon·gaars
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van Hongaar met het achtervoegsel -s.
enkelvoud meervoud
naamwoord Hongaars -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het Hongaarso

  1. (taal) een taal die wordt gesproken in Hongarije
    • Nederlanders vinden het Hongaars vaak een moeilijke taal. 
Verwante begrippen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Hongaars Hongaarser Hongaarst
verbogen Hongaarse Hongaarsere Hongaarste
partitief Hongaars Hongaarsers -

Bijvoeglijk naamwoord

Hongaars

  1. (demoniem) betreffende Hongarije of het Hongaars
    • Uit Hongarije heeft hij Hongaarse koekjes voor ons meegenomen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid


Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /ɦoŋˈxɑːrs/

Zelfstandig naamwoord

Hongaars

  1. (taal) Hongaars

Bijvoeglijk naamwoord

Hongaars

  1. (demoniem) Hongaars