Hongaar
- Geluid: Hongaar (hulp, bestand)
- IPA: / hɔŋˈɣar / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ɦɔŋ.ˈχar/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɦɔŋ.ˈɣar/
- (Limburg): /hɔŋ(g).ˈɣar/
- Hon·gaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Hongaar | Hongaren |
verkleinwoord | Hongaartje | Hongaartjes |
de Hongaar m
- (demoniem) iemand afkomstig uit Hongarije
- De Hongaren kwamen in 1956 in opstand tegen de door de Russen gesteunde communisten.
Demoniemen bij Hongarije in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Hongaar • inwoonster: Hongaarse • bijvoeglijk: Hongaars |
1. iemand afkomstig uit Hongarije
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Hongaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.