ISO 639-3
rus
bestand
  • Rus·sisch
  • Afgeleid van Rus met het achtervoegsel -isch
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Russisch - -
verkleinwoord - - -

het Russischo

  1. geen meervoud (taal) Slavische taal die gesproken wordt in Rusland
    • Het Russisch kent zes naamvallen en twee aspecten. 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Russisch Russischer
verbogen Russische Russischere
partitief Russisch Russischers -

Russisch

  1. (demoniem) betreffende Rusland of het Russisch

Russisch Alfabet

А,а-Б,б-В,в-Г,г-Д,д-Е,е- Ё,ё-Ж,ж-З,з-И,и-Й,й-К,к-Л,л-М,м-Н,н-О,о-П,п-Р,р-С,с-Т,т-У,у-Ф,ф-Х,х- Ц,ц-Ч,ч-Ш,ш-Щ,щ-Ъ,ъ-Ы,ы- Ь,ь-Э,э-Ю,ю-Я,я


Russisch o

  1. (taal) Russisch