-isch
Nederlands
Huidig bestand |
---|
1.343 |
Woordafbreking
- -isch
Woordherkomst en -opbouw
Achtervoegsel
-isch [2]
- vormt een bijvoeglijk naamwoord van een zelfstandig naamwoord en drukt een directe relatie hiermee uit:
- betrekking hebbend op wat het grondwoord noemt
- afkomstig uit het gebied dat het grondwoord noemt
- de eigenschappen hebbend van wat het grondwoord noemt
Afgeleide begrippen
enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht