• ach·ter·voeg·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord achtervoegsel achtervoegsels
verkleinwoord achtervoegseltje achtervoegseltjes

het achtervoegselo

  1. (taalkunde) een woorddeel dat achter de stam van een woord gevoegd wordt
Woorddelen in het Nederlands (nld)

toevoegselvoorvoegselachtervoegselinvoegselomvoegsel
affixprefixsuffixinterfixcircumfix

97 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]


achtervoegsel

  1. achtervoegsel


achtervoegsel

  1. achtervoegsel