Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·fix
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord interfix interfixen
verkleinwoord interfixje interfixjes

Zelfstandig naamwoord

interfix o

  1. (taalkunde) een affix zonder eigen betekenis dat tussen twee delen van een samenstelling geplaatst wordt of tussen een naamwoord en een achtervoegsel.
    • Door een interfix worden de twee delen van een woord op toepasselijke wijze met elkaar verbonden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Woorddelen in het Nederlands (nld)

toevoegselvoorvoegselachtervoegselinvoegselomvoegsel
affixprefixsuffixinterfixcircumfix

Gangbaarheid

Meer informatie