Huidig
bestand
9.235
  • -s-

-s-

  1. (taalkunde) affix dat tussen twee delen van een samenstelling geplaatst wordt
    Hierdoor worden de twee delen van een woord op toepasselijke wijze met elkaar verbonden. Het kan duiden op een bezitsrelatie en is historisch gezien verwant aan de genitief. De spelling kan die van de meervoudsvorm volgen, als er slechts één meervoudsvorm is; in de spellingregels die tot 1996 golden kon ook een rol spelen of de betekenis op meerdere exemplaren van het eerste deel betrekking had.
    • Bakker + room → bakkersroom. 
    • Beroep + ethiek → beroepsethiek. 
    • Rijkelui + zoontje → rijkeluiszoontje. 
    Huidig
    bestand
    163

    -s-

    1. -s-
      «ejendom + mægler → ejendomsmægler»
      huisagent
    Huidig
    bestand
    61

    -s-

    1. -s-
      «Abfertigung + Halle → Abfertigungshalle»
      luchthaventerminal, vertrekhal
    Huidig
    bestand
    1

    -s-

    1. -s-
      «spoke + man → spokesman»
      woordvoerder


    Huidig
    bestand
    2

    -s-

    1. -s-
      «arbeid + bluse → arbeidsbluse»
      werkblouse


    Huidig
    bestand
    821

    -s-

    1. -s-
      «arbeid + bluse → arbeidsbluse»
      werkblouse


    Huidig
    bestand
    359

    -s-

    1. -s-
      «oppdrag + givar → oppdragsgivar»
      opdrachtgever, opdrachtgeefster