bourgondisch
- bour·gon·disch
- afleiding van Bourgondië met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bourgondisch | bourgondischer | |
verbogen | bourgondische | bourgondischere | |
partitief | bourgondisch | bourgondischers | - |
bourgondisch [1]
- kenmerkend voor de Bourgonidiërs
- overdadig met name van van eten en drinken; passend bij een levensgenieter
- ▸ Hans Huijs is al zo'n dertig jaar supporter. Daardoor heeft hij al verschillende degradaties meegemaakt. "Op slechte dagen volgen natuurlijk heel goede dagen", zegt hij. "En wij kijken altijd uit naar een feestje. Zo bourgondisch zijn wij wel ingesteld. Hoogtepunten moet je koesteren."[2]
- Het woord bourgondisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “VVV Venlo kijkt weer uit naar 'bourgondisch' promotiefeestje” (Vrijdag 14 april 2017, 09:41), NOS