ISO 639-3
ksh
bestand
  • Ri·pu·a·risch
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord Ripuarisch- -
verkleinwoord -- -

hetRipuarischo

  1. geen meervoud (taal) Rijnfrankisch dialect dat behoort tot de Middelduitse dialectgroep
    • Hij verstond niets van het Ripuarisch van die verkoper. 
  • IPA: /ʁiˈpʊaːʁiʃ/ (Nederland), /ʁipoˈʋaːʁiʃ/ (Duitsland)

Ripuarisch o

  1. (taal) Ripuarisch