Nederlands

Uitspraak
ISO 639-2
smi


Woordafbreking
  • Sa·misch
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van Sami met het achtervoegsel -isch
enkelvoud meervoud
naamwoord Samisch -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het Samischo

  1. (taal) een verzameling talen die gesproken worden in Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland door de Saami
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Samisch Samischer
verbogen Samische Samischere
partitief Samisch Samischers -
  1. betrekking hebbend op de Sami

Gangbaarheid

Meer informatie