Nederlands

  Niet te verwarren met: Olympisch
Uitspraak
Woordafbreking
  • olym·pisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen olympisch olympischer
verbogen olympische olympischere
partitief olympisch olympischers -

Bijvoeglijk naamwoord

olympisch

  1. (sport) verband houdend met de Olympische Spelen
    • Hij was apetrots op zijn olympische bronzen plak. 
     Het zag er echt niet uit als een zwemmende olympische goudenmedaillewinnaar, ik zou het tempo zelf hebben kunnen volgen.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • het olympisch vuur
de vlam van de olympische spelen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be