bellettristisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bel·let·tris·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bellettrist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bellettristisch | bellettristischer | |
verbogen | bellettristische | bellettristischere | |
partitief | bellettristisch | bellettristischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bellettristisch [1]
- met betrekking tot de bellettrie
Gangbaarheid
- Het woord 'bellettristisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.