• Por·tu·ge·se
enkelvoud meervoud
naamwoord Portugese Portugesen
verkleinwoord - -

de Portugesev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Portugal of een vrouw of meisje van Portugese afkomst.

Portugese

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Portugees


Portugese g

  1. (demoniem) Portugese (vrouw).


Portugees

  1. (demoniem) Portugees (persoon)
  2. (taal) Portugees