be
Niet te verwarren met: Be, BE, bè, bé, bê, bæ |
be
Naar frequentie | 2 |
---|
|
|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to be |
he/she/it | is |
verleden tijd | was |
voltooid deelwoord |
been |
onvoltooid deelwoord |
being |
gebiedende wijs | be |
be
- koppelwerkwoord zijn [1], wezen
- «The car is fast.»
- De auto is snel.
- «The car is fast.»
- hulpwerkwoord ~ + voltooid deelwoord: vormt de lijdende vorm: worden
- «This is seen as treason.»
- Dit wordt als verraad gezien.
- «This is seen as treason.»
- hulpwerkwoord ~ + voltooid deelwoord: vormt de voltooide tijd van sommige ergatieve werkwoorden.
- «He is gone.»
- Hij is weggegaan.
- «He is gone.»
- onovergankelijk zijn [3], zich bevinden
- «Where can he be?»
- Waar kan hij zijn?
- «Where can he be?»
Andere vormen | ||
---|---|---|
persoon | tegenwoordig | verleden |
I | am | was |
thou* | art* | wast* |
he, she, it | is | was |
we | are | were |
you | are | were |
they | are | were |
*De thou vormen zijn verouderd, you wordt ook voor het enkelvoud gebruikt. |
be
- be
- Afkomstig van het Oudnoorse woord biðja
Naar frequentie | 368 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | be |
tegenwoordige tijd | ber |
verleden tijd | ba bad |
voltooid deelwoord |
bedt |
onvoltooid deelwoord |
beende |
lijdende vorm | bes |
gebiedende wijs | be |
vervoegingsklasse | Klasse 5 sterk |
opmerking |
be
- , overgankelijk bidden, smeken, verzoeken, vragen
- «Hvem har bedt deg om å gjøre det?»
- Wie heeft je gevraagd om dat te doen?
- «Hvem har bedt deg om å gjøre det?»
- overgankelijk inviteren, uitnodigen
- «Vi har tenkt å be åtti gjester til bryllupet.»
- Wij hebben gedacht tachtig gasten voor de bruiloft uit te nodigen.
- «Vi har tenkt å be åtti gjester til bryllupet.»
- overgankelijk, (religie) bidden (praten met God)
- «Det ble bedt for paven i kirkene.»
- In de kerken werd voor de paus gebeden.
- «Det ble bedt for paven i kirkene.»
- be
- Afkomstig van het Oudnoorse woord biðja
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | be |
tegenwoordige tijd | ber bed |
verleden tijd | bad |
voltooid deelwoord |
bedd bedt |
onvoltooid deelwoord |
bedande |
lijdende vorm | bedast |
gebiedende wijs | be |
vervoegingsklasse | onregelmatig |
opmerking |
be
- , overgankelijk bidden, smeken, verzoeken, vragen
- overgankelijk inviteren, uitnodigen
- overgankelijk, (religie) bidden (praten met God)