art
Nederlands
Niet te verwarren met: art. |
Uitspraak
Woordafbreking
- art
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | art | - |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
de art m
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
arren |
art
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arren
- Jij art.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arren
- Hij art.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van arren
- Art!
Catalaans
Zelfstandig naamwoord
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
art | arts |
Zelfstandig naamwoord
art
Werkwoord
art
- (arch.) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van to be
- «Thou art my savior.»
- Ge zijt mijn heiland.
- «Thou art my savior.»
Frans
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
art | l'art | arts | les arts |
Zelfstandig naamwoord
art m
Occitaans
Zelfstandig naamwoord
Zweeds
Zelfstandig naamwoord
art g
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | art | arten | arter | arterna |
genitief | arts | artens | arters | arternas |