he
Niet te verwarren met: hê, hé, hè, He |
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *hiz
he
- hij; mannelijk 3e persoon enkelvoud nominatief
he
- hij; mannelijk 3e persoon enkelvoud nominatief
he
- hij; mannelijk 3e persoon enkelvoud nominatief
- he
he
- hij; mannelijk 3e persoon nominatief enkelvoud
- IPA: /heɪ̯/, /hɛɪ̯/
- he
he
- hij; mannelijk 3e persoon nominatief enkelvoud
- Afgeleid van het Oudfriese hī
he
- hij; mannelijk 3e persoon enkelvoud nominatief
- he
he
- He-he!
Hè, hè!
- he
he
- He-he!
Hè, hè!
he
- hij; mannelijke 3e persoon enkelvoud nominatief
he
- hij; mannelijke 3e persoon enkelvoud nominatief
- he
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *hiz
he
- hij; mannelijk 3e persoon nominatief enkelvoud
- Afgeleid van het Middelengelse he
he
- hij; mannelijke 3e persoon enkelvoud nominatief
vervoeging van |
---|
haber |
he
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van haber
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van haber
he