Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wast

Werkwoord

vervoeging van
wassen

wast

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wassen
    • Jij wast. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wassen
    • Hij wast. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wassen
    • Wast!