Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zoe·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzoeken
verzocht
verzocht
zwak -cht volledig

Werkwoord

verzoeken

  1. inergatief aan iemand vragen iets al dan niet te doen
    • Ik verzoek u vriendelijk doch dringend af te zien van uw plannen. 
    • De passagiers werd verzocht hun veiligheidsgordels aan te doen. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de verzoekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verzoek

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be