inviteren
- in·vi·te·ren
inviteren [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inviteren |
inviteerde |
geïnviteerd |
zwak -d | volledig |
- (formeel), overgankelijk uitnodigen
- Adoptie is een geliefd thema in Brazilië. Populaire shows inviteren buitenlandse geadopteerden die op zoek zijn naar hun biologische familie. Ook in de veelbekeken telenovelas (soapseries) komt het thema vaak terug. [4]
- (formeel), overgankelijk een persoon op een doorgaans vriendelijke en vrijblijvende manier vragen om iets te doen
- Het dragen van de Nederlandse vlag bij de opening van de Olympische Spelen was van oudsher een eervolle taak voor een sporter met vele dienstjaren achter de naam. De sterke armen van Van Rijsselberge en diens jeugdige, frisse voorkomen waren de redenen om hem te inviteren. Hij vond het 'tof' en 'een enorme eer'. Hij werd gevraagd omdat de olympische ploeg nu eens niet naar het verleden wilde kijken, maar vooruit wilde zien. [5]
- Het woord inviteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inviteren" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "inviteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ inviteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Nina Jurna 19 oktober 2015
- ↑ NRC JOHN VOLKERS 13 juli 2012
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be