Schots
Nederlands
Niet te verwarren met: schots |
ISO 639-3 |
---|
sco |
bestand |
Uitspraak
Woordafbreking
- Schots
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Schots | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Schots o
- (taal) een Engels dialect dat gesproken wordt in Schotland
- (taal) een Germaanse taal die gesproken wordt in Schotland met o.a. Friese invloeden
Vertalingen
1. een Engels dialect dat gesproken wordt in Schotland
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Schots | Schotser | Schotst |
verbogen | Schotse | Schotsere | Schotste |
partitief | Schots | Schotsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Schots
- (demoniem) betreffende Schotland of het Schots
- ▸ Een jonge jongen in een Schotse rok kwam keihard in een stofwolk de berg af rennen en sprong onmiddellijk op Pogues rug.[1]
Gelijkklinkende woorden
Verwante begrippen
Demoniemen bij Schotland in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Schots staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),