• sme·ken
  • In de betekenis van ‘nederig verzoeken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
smeken
smeekte
gesmeekt
zwak -t volledig

smeken [3]

  1. inergatief nederig om een gunst verzoeken
    • Hij smeekte om vermindering van zijn zware straf. 
     Daar ligt weliswaar weer wat asfalt, maar het is een onvervalste muur: 24 procent. Het is hier dat la belle fille op haar fiets om hulp van boven smeekt.[4]
     Mijn stem smeekte bijna.[5]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]
  1. "smeken" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. smeken op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4.   Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  5. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be