• af·sme·ken

afsmeken

  1. overgankelijk afbidden; nederig om iets vragen
    • Gods zegen over iemand afsmeken. 
55 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be