afbidden
- af·bid·den
- samenstelling van af bw en bidden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afbidden |
bad af |
afgebeden |
klasse 5 | volledig |
afbidden
- overgankelijk door bidden of smeken verkrijgen
- Heel zijn veldtocht, met een leger waarvoor hij van de berooide Staten subsidies afbad,[...], werd besteed aan het ontzet van Kamerijk, waarbij Frankrijk nochtans meer rechtstreeks belang had dan de Nederlanden;.
- door bidden trachten af te wenden
- Het woord afbidden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afbidden" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be