1. klein
    Cá lớn nuốt cá . (gezegde) – Grote vissen eten kleine visjes op.
    một cái vườn – een klein tuintje
    hạt tiêu – klein maar dapper (letterlijk: kleine peper)
    việc xé ra to – van een mug een olifant maken (letterlijk: een kleinigheid tot iets groots verscheuren)
  2. jong
    khi nó còn – toen hij klein was
  3. lager in rang, secundair
    quan – mandarijn van lagere rang
    vợ – secundaire vrouw, minnares
  4. stil
    nói quá, nghe không rõ – te stil praten en onverstaanbaar zijn

be bé (verdubbeling, verzachte betekenis)

  1. ik, jij: persoonlijk voornaamwoord dat slaat op baby's of zeer kleine kinderen
    yêu mẹ lắm. – Ik hou van je, mama.
    có ăn quả này không? – Eet je dat stuk fruit op, kindje?