WikiWoordenboek:Voornaamwoord

Een voornaamwoord (of pronomen) is een woord dat verwijst naar iets anders en als plaatsvervanger voor een naamwoord optreedt. Het woord waarnaar verwezen wordt, heeft een bepaalde zelfstandigheid (vaak een zelfstandig naamwoord). Het verwijzende woord is niet zelfstandig.

Bijvoorbeeld:

De man kijkt op de klok.
Hij kijkt op de klok.
De vrouw heeft een hondje en zij bestaft het.
Zij bestraft haar hondje.

Er zijn verschillende soorten voornaamwoorden. Hij, zij en het zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden. Haar is een bezittelijk voornaamwoord. In het Nederlands kan een aantal verschillende voornaamwoorden worden onderscheiden: persoonlijke, bezittelijke, aanwijzende, betrekkelijk, onbepaald, vragend, wederkerend en wederkerig. Binnen deze groepen zijn er verschillen op basis van o.a. geslacht, naamval, getal. In andere talen zoals Fijiaans zijn er meer personen, bijvoorbeeld: 'wij met ons tweeën', 'wij met drie of meer'; 'wij inclusief de aangesprokene', 'wij exclusief de aangesprokene'. In weer andere, zoals Wolof worden voornaamwoorden vervoegd in plaats van het werkwoord.

Zie ook

bewerken