am
Niet te verwarren met: Am, AM, a.m. |
am
- (natuurkunde), (eenheid) symbool voor attometer, een lengte van 10−18 meter
eenheden van lengte |
---|
ym • zm • am • fm • pm • nm • μm • mm • cm • dm • m • dam • hm • km • Mm • Gm • Tm • Pm • Em • Zm • Ym |
- am
- [A] (verkorting) van amme [1] [2]
- [B] (verkorting) van ham zn "aangeslibd land" [3]
- [C] van Hebreeuws עַם zn (am) "volk" [4]
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | am | ammen |
verkleinwoord |
[A] am v
- (verouderd) vrouw die het kind van een andere vrouw borstvoeding geeft
[B] am m
- (verouderd) stuk aangeslibd land
- ham (onverkorte uitspraakvariant)
[C] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | am | amee amei |
verkleinwoord | - | - |
[C] am m
- (Jiddisch-Hebreeuws) volk (alleen in onderstaande verbindingen)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- erfwoord van Proto-Germaans *immi, *izmi, Indo-Europees *h₁ésmi.
am
- ben; eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd van be
- «I am Jennifer.»
- Ik ben Jennifer.
- «I am Jennifer.»
- am
am
- gebiedende wijs van amme
- am
am
- gebiedende wijs van amma
- am
am
- gebiedende wijs van amme
- am
- Samentrekking van de Pennsylvania-Duitse woorden an en em (datiefvorm mannelijk en onzijdig) met verval van de 'n" en de 'e"
am
- aan het (met datief)
- «Drauss iss es am schneehe alleweil, awwer wann die Daage laenger warre un’s widder wennich waarm watt, schtaerte die Bauere widder mit ihr Arewet.»
- Buiten is het de hele tijd aan het sneeuwen, maar als de dagen langer worden en het weer een beetje warm wordt, beginnen de boeren weer met hun werk.
- «Drauss iss es am schneehe alleweil, awwer wann die Daage laenger warre un’s widder wennich waarm watt, schtaerte die Bauere widder mit ihr Arewet.»
- Duits: an dem, am
- Engels: wordt vervangen door onvoltooid deelwoord (It's snowing outside all the time, but ...)
am
am
am
- vorm van -m, verwijzend naar een eerste persoon enkelvoud in bezit van een woord van klasse 6 : mijn
am