minne
- min·ne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | minne | |
verkleinwoord | minnetje | minnetjes |
- liefde, genegenheid
minne
- datief vrouwelijk van min, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | minne | minnen |
verkleinwoord | minnetje | minnetjes |
de minne v
- vrouw die het kind van een andere vrouw borstvoeding geeft
minne
- verbogen vorm van de stellende trap van min
- Het woord minne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "minne" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be