minnekozen
- Geluid: minnekozen (hulp, bestand)
- min·ne·ko·zen
- In de betekenis van ‘vrijen’ voor het eerst aangetroffen in 1635 [1]
- samenstelling van min zn en kozen ww met het invoegsel -e- [2]
minnekozen [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
minnekozen |
minnekoosde |
geminnekoosd |
zwak -d | volledig |
- knuffelen met een seksuele lading
- De roltrappen die naar die rijkelijke stations voeren, zijn ellenlang. Je hebt er de tijd om uitbundig je geliefde te minnekozen, wat veel Moskovieten, jong en oud, dan ook doen. [4]
- Nu hevelt hij Il trovatore over van de 15de naar de 20ste eeuw. Naar de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, om precies te zijn. Daar valt iets voor te zeggen. Manrico mag nog zo verliefd zijn op Leonore, tussen het minnekozen door moet wel worden gevochten. En de jaren tien lijken bij uitstek geschikt voor een frisse, psychoanalytische kijk op het verwrongen karakter van zijn nepmoeder Azucena. [5]
- Het woord minnekozen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "minnekozen" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "minnekozen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ minnekozen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard ZATERDAG 1 APRIL 2017
- ↑ Volkskrant Guido van Oorschot 10 oktober 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be