voetjevrijen
  • voet·je·vrij·en

voetjevrijen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voetjevrijen
vrijde voetje
voetjegevrijd
zwak -d volledig
  1. handeling waarbij twee (of meer) personen elkaar liefdevol en/of heimelijk met de (blote) voeten aanraken
    • Voetjevrijen is op zulke momenten meestal wel toegestaan, mits je tenminste niet probeert om op die manier haar benen uit elkaar te krijgen.[2] 
    • Punt in ons geval is dat ik een ‘nieuwe man’ ben in een, in seksueel opzicht, hartstikke traditionele relatie. Ik kan inmiddels zoenen, voetjevrijen, strelen, friemelen, tot tien tellen, aan wiskunde denken, en anderszins ‘niet op het kruis gericht zijn’ als de beste.[3] 
98 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]
  1. voetjevrijen op website: Etymologiebank.nl
  2. Volkskrant Wim de Jong 2 januari 2010 Knuffen
  3. Volkskrant Wim de Jong 29 november 2008 Lepeltje-lepeltje
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be