archaïsch
- ar·cha·isch
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘m.b.t. oud tijdperk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1913 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | archaïsch | archaïscher | |
verbogen | archaïsche | archaïschere | |
partitief | archaïsch | archaïschers | - |
archaïsch
- behorend tot of betrekking hebbend op een zeer oud tijdperk
- Dat wordt nu bestempeld als een archaïsch begrip.
1. behorend tot of betrekking hebbend op een zeer oud tijdperk
- Het woord archaïsch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "archaïsch" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "archaïsch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be