pc
![]() |
- pc
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘personal computer’ voor het eerst aangetroffen in 1986 [1]
- zelfstandig naamwoord van Engels PC, (initiaalwoord) Personal Computer [2]
- bijvoeglijk naamwoord (initiaalwoord) politiek correct, leenvertaling van Engels PC voor politically correct
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | pc | pc's |
verkleinwoord | pc'tje | pc'tjes |
pc
- in overeenstemming met de in het maatschappelijk debat overheersende opvattingen over passend gedrag en uitingen
- Hij hoorde nog tot een generatie die vanzelfsprekend over "negers" sprak, maar dat woord is nu niet meer pc.
- Het woord pc staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pc" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pc" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pc op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be