symbool
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sym·bool
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘zinnebeeld, voorstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- afgeleid van het Griekse 'bállein' (werpen) met het voorvoegsel syn- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | symbool | symbolen |
verkleinwoord | symbooltje | symbooltjes |
Zelfstandig naamwoord
symbool o
- (wetenschap), (natuurkunde), (wiskunde) een genormeerd teken om een technisch of wetenschappelijk begrip aan te duiden
- Rad is het symbool voor radiaal.
- (sociologie) een figuur, karakter of teken dat een bepaald idee, concept of object representeert
- Voor de Olympische Spelen heeft men het symbool met de vijf ringen, die de verenigde werelddelen verbeelden.
- En dan ook nog eens op Allerzielen aanvallen. Je kon maar beter niet al te veel belang aan symbolen hechten... [3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. Teken
Gangbaarheid
- Het woord symbool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "symbool" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "symbool" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ symbool op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 15
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
symbool
- (wetenschap)(natuurkunde)(wiskunde) symbool; een genormeerd teken om een technisch of wetenschappelijk begrip aan te duiden
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
symbool
- (wetenschap)(natuurkunde)(wiskunde) symbool; een genormeerd teken om een technisch of wetenschappelijk begrip aan te duiden