am haärets
- Geluid: am haärets (hulp, bestand)
- IPA: / ɑm haˈʔarɛts / (4 lettergrepen)
- am ha·ä·rets
- van Hebreeuws עַם הָאָרֶץ zn (am haärets), letterlijk: 'volk van het land' [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | am haärets | amee haärets am haratsim |
verkleinwoord |
de am haärets m
- (Jiddisch-Hebreeuws) onwetende, met name op joods gebied; domkop
- Asjkenazisch Hebreeuws: am hoörets
- Jiddisj: amorets
- Het woord 'am haärets' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.