• moei·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen moeilijk moeilijker moeilijkst
verbogen moeilijke moeilijkere moeilijkste
partitief moeilijks moeilijkers -

moeilijk

  1. niet gemakkelijk, waar moeite, geduld en inspanning voor vereist is
     Theoretisch leek de oplossing heel eenvoudig. In de praktijk was het iets moeilijker.[3]
  2. onplezierige ervaringen met zich meebrengend
     In Nederland duurde die oorlog van het jaar 1940 tot 1945. Nederland was bezet door Duitsland. De Duitsers waren de baas over Nederland. Het was een heel moeilijke tijd. Er vielen veel doden. Ieder jaar worden de slachtoffers van de oorlog herdacht op 4 mei. En ieder jaar wordt op 5 mei gevierd dat Nederland een vrij land is.[4]
     'Vroeger had ik een mannetje in dienst om het verkeer op de parkeerplaats te regelen. Moet je nu zien!', zucht patron Thierry Gleize (49). 'Moeilijk, moeilijk... binnen tien jaar is het hier afgelopen.'[5]
  • [2] het moeilijk hebben met
    langere tijd nare gevoelens hebben over
  • [2] hoe ouder, hoe moeilijker
    als mensen ouder worden, leren ze minder snel nieuwe dingen
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]
  1. "moeilijk" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. moeilijk op website: Etymologiebank.nl
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  4.   Weblink bron
    nieuwsbegrip.nl
    “75 jaar vrijheid in Nederland” (2-9-2019), CED-groep
  5.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be