• ver·ve·lend
vervoeging van: vervelen
verbogen vorm: vervelende

vervelend

  1. onvoltooid deelwoord van vervelen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vervelend vervelender vervelendst
verbogen vervelende vervelendere vervelendste
partitief vervelends vervelenders -

vervelend

  1. niet boeiend
    • Wat een vervelende klus, zeg... 
  2. op een hinderlijke manier onprettig
    • Ik schopte die vervelende jongen direct de klas uit. 
     Er waren de nodige vervelende lui, die onbeschoft, arrogant of verwend waren en ik deed mijn best om ze te vermijden.[1]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


stellend attributief
vervelend vervelende

vervelend

  1. saai
    «En die Ad Nauseamroset vir 'Best in show' met erevermelding vir Vervelende Eentonige Konsekwentheid gaan aan Nathan Bond.»
    En de Ad-Nauseamrozet voor 'Best in show' met eervolle vermelding voor Saaie Eentonige Consequentheid gaat naar Nathan Bond.