Luxemburgs
Nederlands
ISO 639-3 |
---|
ltz |
bestand |
Uitspraak
- Geluid: Luxemburgs (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlyksəmˌbʏrəxs / (3 of 4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈlyksəmˌbʏrχs/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈlyksəmˌbʏrxs/
Woordafbreking
- Luxem·burgs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Luxemburgs | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Luxemburgs o
- (taal) een taal die in Luxemburg gesproken wordt
Vertalingen
1. een taal die in Luxemburg gesproken wordt
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Luxemburgs | Luxemburgser | Luxemburgst |
verbogen | Luxemburgse | Luxemburgsere | Luxemburgste |
partitief | Luxemburgs | Luxemburgsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Luxemburgs
- (demoniem) betreffende Luxemburg of het Luxemburgs
Verwante begrippen
Demoniemen bij Luxemburg in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Luxemburger • inwoonster: Luxemburgse • bijvoeglijk: Luxemburgs |
Vertalingen
1. betreffende Luxemburg of het Luxemburgs
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Luxemburgs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Afrikaans
Uitspraak
- IPA: /ˈlœksəmbœrχs/
Zelfstandig naamwoord
Luxemburgs
Bijvoeglijk naamwoord
Luxemburgs
Noors
Woordafbreking
- Lu·xem·burgs
Eigennaam
Luxemburgs o
- onbepaalde vorm genitief enkelvoud van Luxemburg.
Schrijfwijzen
Nynorsk
Woordafbreking
- Lu·xem·burgs
Eigennaam
Luxemburgs o
- onbepaalde vorm genitief enkelvoud van Luxemburg.