Luxemburgse
- Geluid: Luxemburgse (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlyksəmˌbʏrəxsə / (4 of 5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈlyksəmˌbʏrχsə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈlyksəmˌbʏrxsə/
- Luxem·burg·se
- Afgeleid van Luxemburgs met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Luxemburgse | Luxemburgsen |
verkleinwoord | - | - |
de Luxemburgse v
- (demoniem) een inwoonster of een vrouw die afkomstig is van het Groothertogdom Luxemburg
- (demoniem) een inwoonster of een vrouw die afkomstig is van de provincie Luxemburg (Belgïe)
Demoniemen bij Luxemburg in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Luxemburger • inwoonster: Luxemburgse • bijvoeglijk: Luxemburgs |
1. inwoonster van Groothertogdom Luxemburg
Luxemburgse
- verbogen vorm van de stellende trap van Luxemburgs
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Luxemburgse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.