Lucemburčanka
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /lʊtsɛmbʊrtʃanka/
Woordafbreking
- Lu·cem·bur·čan·ka
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van zelfstandig naamwoord Lucemburčan met het achtervoegsel -ka
Zelfstandig naamwoord
Lucemburčanka v
- (demoniem) Luxemburgse; een vrouw met de Luxemburgse nationaliteit
- (demoniem) Luxemburgse; een vrouw behorend tot het Luxemburgse volk